Ga naar de inhoud
Home » Blog(s) » 4 mei

4 mei

    De burgemeester belt..

    Of ik voor de herdenking een gedicht wil schrijven dat onze jeugdburgemeester voordraagt tijdens de herdenking op 4 mei. Ze reikt me meteen de inspiratie aan die daarvoor nodig is, een eigentijds gedicht door de ogen van een kind geschreven.

    Interbellum

    Genade is van kietelen tot je niet meer verzet
    en bezet van als ik moet, maar jij zit op het toilet.
    ‘k denk bij haken aan mijn oma en bij kruizen aan haar dood
    en een vriend die heel dichtbij staat noem je ook wel bondgenoot.
    Je zegt anti tegen het brouwsel van je moeder in de pannen
    en daarna word je onder lichte dwang uit de keuken verbannen.
    Rassenleer heeft iets te maken met honden en hun vacht
    en concentratie heb je nodig voor de Cito in groep acht,
    daarna ga je op kamp want dat heb je wel verdiend
    en ik heb nog nooit angst in iemands’ ogen gezien.

    Het is D-Day als het er echt op aankomt
    en je gaat met de trein zodat je ergens aankomt.
    De getto is van rappers en zijn de grote drie die oude schrijvers?
    Zuiveren doen ze zodat het water schoon zal blijven.
    Soldaat van Oranje is een hele lange musical
    dus als je bang bent dat je honger krijgt, eet dan eerst je buik vol.
    Ik ken enkel sterren van de hemel en hokjes om uit te breken;
    nog nooit heb ik iemand met een ander vergeleken.
    Want als ik onderduik, dan kom ik altijd boven
    en zorgeloos durf ik in de toekomst te geloven.

    ‘k Heb een dagboek voor gezellig, aan het einde van de dag.
    In mijn land is er een baas, maar heb je zelf het gezag.
    Want een dropping is bij feestjes met verdwalen in plezier
    en wie pakketjes rondbrengt die werkt als koerier.
    Schrijf je fascisme nu eerst met een ‘s’ en dan een ‘c’?
    Ik heb lucht in mijn banden en bijna altijd wind mee,
    want er zijn overal vrienden en nergens vijanden
    en een mof is trouwens zo’n bonten warmer voor je handen.
    We spelen oorlog met een bunker van dekens en kussens
    en ons interbellum is het glaasje Fanta ertussen.

    Het gevaar is zo ver dat de vrijheid haast zou wennen,
    maar laatst heb ik op school Amira* leren kennen.
    En nu ik weet waar zij vandaan komt en denk aan haar gemis,
    wens ik ’s avonds in mijn bed dat dit geen interbellum is.